Graslandbemesting en Gezond ruwvoer.
Een belangrijk bestanddeel van het voer voor uw paarden is gras.
Een slechte samenstelling van het gras leidt tot een verminderde kwaliteit van de gras- samenstelling. En dat kan veel invloed hebben op de gezondheid en prestaties (in de sport en/of fokkerij) van uw paard of pony.
Het is nog een hele kunst om een paardenwei in een goede conditie te houden. Dit komt omdat paarden hebben een wezenlijk ander graasgedrag dan de meeste andere graasdieren. Ten eerste bijten ze het gras veel dieper af dan bijvoorbeeld koeien; hierdoor wordt de grasmat van een paardenweide aanmerkelijk zwaarder belast.
Ook grazen paarden veel selectiever dan andere graasdieren; alleen de beste en meeste smakelijke varianten worden eruit gepikt, de mindere grassen en onkruiden laten ze veelal staan. Om maar niet te spreken van de plaatsen waar ze gewend zijn te mesten; het (meestal welige) gras dat daar groeit, kijken ze helemaal niet meer aan. Daarnaast wordt de bodem van een paardenweide in de regel veel intensiever belast. Paarden draven en galopperen, ook als het nat en drassig is. Hierdoor kan een paardenweide in korte tijd veranderen van een strakke, groene mat in een ‘hobbelige gatenkaas’. In deze gaten nestelen zich weer slechte grassen en onkruiden, waardoor de kwaliteit van de grasmat in hoog tempo achteruit holt.
Kalk strooien en bosmaaien | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Een onevenwichtige bemesting met bepaalde mineralen, stikstof of kalium, heeft een verminderde opname van andere levensnoodzakelijke voedingselementen als koper, natrium en magnesium. Het strooien van kalk op te zure gronden is belangrijk om voedingselementen beschikbaar te houden in de bodem. Daarnaast is het belangrijk regelmatig de “bossen” af te maaien op de plaatsen waar paarden gewend zijn te mesten, want anders breiden deze plekken zich steeds verder uit( ten koste van het gras dat wel in de smaak valt). Daarnaast moeten deze plakken ook gesleept worden om de mest van deze plekken uit elkaar te slepen wat de hygiëne in de wei verbetert. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Paardenkunstmest voor in de wei | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Tijdens de winterperiode zal het hoofdbestanddeel van het ruwvoer bestaan uit hooi, kuilvoer of gewikkelde balen. Dat dit ruwvoer van goede kwaliteit moet zijn, weten de meeste paardenhouders wel. Maar om die kwaliteit te garanderen, moet de grasmat waar dit ruwvoer vandaan komt dus ook goed onderhouden zijn. Voor een optimale groei en een goede kwaliteit van het weidegras en graszode is bemesting nodig. In “normale” kunstmest zitten stikstofverbindingen die na de gift in korte tijd vrijkomen en hoge eiwitgehaltes veroorzaken. Deze zijn voor paarden niet wenselijk en dit is meteen de reden dat veel paardenhouders huiverig zijn voor het gebruik van kunstmest. EquiSentials heeft daarom een kunstmest voor de paardenweide ontwikkeld zgn. “paardenkunstmest” , die is speciaal afgestemd op de behoeften van de paarden wei en dus het paard. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Stikstof en eiwit | |||||||||||||||||||||||||||||||||
De bemesting met stikstof, van paardenweiden, heeft bijzondere aandacht nodig. Stikstof heeft grote invloed op de totale grasopbrengst van de paardenwei. Als de beheerder al kunstmest strooit, gebruikt hij vaak ongemerkt en/of ongewild te veel stikstof. Daardoor zal het gras vaak te veel eiwit en te weinig ruwe celstof bevatten. Het paard kan het te veel aan eiwitten praktisch niet omzetten in reserves en zet het om naar ernergie. Bij dit proces wordt ureum gevormd dat weer wordt uitgescheiden via de urine. Hierdoor ontstaan er urineplekken in de grasmat, waardoor op deze plekken weer eenvoudig onkruiden ( bv zurig, distels, brandnetels) kunnen ontstaan in de paardenwei. Stikstof (nitraat) heeft van alle voedingselementen de grootste invloed op de samenstelling van de graszode. Een teveel aan stikstof veroorzaakt een verarming van de gras-samenstelling. Engels raaigras gaat overheersen en dat gaat vaak ten koste van andere waardevolle soorten als veldbeemdgras, roodzwenk, timothee en beemdlangbloem. De stikstofbemesting begint zo vroeg mogelijk, zodra de groeiomstandigheden en de draagkracht van de graszode het toelaten. Bij een te vroege en te royale stikstofgift kan er een groot deel verloren gaan door uitspoeling. Paardenkunstmest heeft een nitrificatieremmer. Hierdoor kan het gras niet te veel stikstof ineens opnemen, en hierdoor ontstaan geen hoge eiwitgehaltes. Het volgende voordeel is dat men hierdoor minder vaak kunstmest hoeft te strooien om uw paardenwei . De stikstof wordt door deze nitrificatieremmer langer in de bodem opgeslagen in een niet uitspoelbare ammoniumvorm. Hiermee wordt de uitspoelingskans van nitraat sterk verminderd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Optimale gehaltes aan mineralen in het gras | |||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Kalkcyanamide | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Kalkcyanamide is ook een geschikte meststof voor paardenweiden. Bij een gift van 400 kg per hectare in het voorjaar bestrijd het onkruidsoorten en mos. Ook de larven van de langpootmug, de rouwvlieg en de straalmug, die de graszode ernstig kunnen beschadigen, krijgen een flinke tik. Het product wel gebruiken boven de 5 graden C. Onder de 5 graden C zijn de larven weinig actief waardoor ze niet voldoende bestreden worden. Naast de noodzakelijke wormenbehandelingen kan kalkcyanamide bijdragen tot een verbetering van de weidehygiëne. |